Ondermijnende criminaliteit in het buitengebied van Brabant en Zeeland blijft een groot probleem. Dat blijkt uit een recente quickscan, uitgevoerd door Bureau Broekhuizen in opdracht van Platform Veilig Ondernemen (PVO) Zeeland West-Brabant, PVO Oost-Brabant en de Zuidelijke Land- en Tuinbouw Organisatie (ZLTO). Van de respondenten is bijna 2 op de 3 weleens slachtoffer geweest van inbraak of diefstal. Ook geven zij aan veel verdachte situaties op te merken. Toch komt het in de praktijk zelden tot een melding. Daar zit een belangrijk knelpunt: er is wél bereidheid om te melden, maar dit komt in de praktijk nog te weinig van de grond.
De cijfers: veel signalen, weinig meldingen
De flitspeiling is ingevuld door 798 agrarisch ondernemers en bewoners van het buitengebied. Daarnaast werden er 22 interviews afgenomen en vond een deskstudy plaats. De uitkomsten:
- 30% vermoedt dat criminele groepen gebruikmaken van agrarische gebouwen.
- 70% ziet dit ook gebeuren in hun omgeving.
- 17% is zelf benaderd voor (vermoedelijk) crimineel gebruik van hun terrein.
- Slechts 11% doet van bovenstaande punten daadwerkelijk melding
- 61% is slachtoffer geweest van inbraak of diefstal.
De meeste respondenten willen wel melden, maar ervaren drempels. Ze hebben angst voor herkenbaarheid, twijfelen aan de opvolging of weten niet goed of hun vermoedens ‘ernstig genoeg’ zijn.
Complexe realiteit vraagt om slimme aanpak
Het buitengebied is kwetsbaar. Er is veel anonimiteit, leegstand en beperkte controle. De politie is vaak minder zichtbaar aanwezig en ook gemeentelijke handhaving heeft beperkte capaciteit. Criminelen weten dit. En ondernemers merken het.
Daartegenover staat de Aanpak Veilig Buitengebied waarmee we het verschil proberen te maken. Deze aanpak, ontwikkeld door ZLTO en PVO, draait om maatwerk, samenwerking en direct contact. Denk aan voorlichting op boerenerven, het aanbieden van praktische hulpmiddelen zoals de veiligheidsscan of het standaard huurcontract en een vertrouwenspersoon die bekend en bereikbaar is. Deze werkwijze wordt als positief en laagdrempelig ervaren.
We kunnen het verschil maken door nog meer mensen te bereiken
De aanpak werkt, maar heeft zijn grenzen. Zo is bij ruim 70% van de agrariërs de aanpak inmiddels bekend. We hebben tot nu toe een derde weten te bereiken met activiteiten binnen deze aanpak. Hier gaan we de komende jaren nog meer op inzetten. De vertrouwenspersoon wordt goed gewaardeerd, maar heeft beperkte capaciteit. Meer bereik en herkenbaarheid zijn nodig.
De onderzoekers pleiten daarom voor het versterken van wat er al staat. Denk hierbij aan meer praktische activiteiten, laten toenemen van het vertrouwen om anoniem melding te doen en blijven samenwerken met agrariërs.
Een druppel op een gloeiende plaat, maar wel een aanpak die werkt
Dat de problematiek onverminderd groot is, plaatsen de onderzoekers in een bredere context: boeren en tuinders zijn (financieel) kwetsbaar door onder meer de vooraanstaande Nederlandse positie in de wereldwijde drugsmarkt, anonimiteit in het buitengebied en de toenemende leegstand. De onderzoekers concluderen: “Misschien is deze aanpak maar een druppel op de gloeiende plaat. Maar het is wel een druppel die het waard is om te koesteren.” In een gebied waar problemen zich opstapelen en handhavingscapaciteit onder druk staat, laat de aanpak zien dat lokaal verschil maken mogelijk is, zolang je samenwerkt.
Bekijk het onderzoeksrapport en de infographic